We hebben 4 gedichten ontvangen. Veel plezier bij het lezen!

Gedicht 4

Er moeten MENSEN zijn die ZONNEN aansteken  

Er moeten mensen zijn

die zonnen aansteken,

voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten

als het ijzig wintert,

en die confetti strooien

tussen de sneeuwvlokken

Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn

die aan de uitgang van het kerkhof

ijsjes verkopen, en op de puinhopen

mondharmonika spelen

Er moeten mensen zijn,

die op hun stoelen gaan staan,

om sterren op te hangen in de mist

Die lente maken van gevallen bladeren,

en van gevallen schaduw, licht

Er moeten mensen zijn,

die ons verwarmen

en die in een wolkenloze hemel

toch in de wolken zijn zo hoog

ze springen touwtje langs de regenboog

als iemand heeft gezegd: kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen

Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen

ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn

die op het grijze asfalt

in grote witte letters

LIEFDE verven

Er moeten mensen zijn die namen kerven

in een boom vol rijpe vruchten

omdat er zoveel anderen zijn

die voor de vlinders vluchten

en stenen gooien

naar het eerste lenteblauw

omdat ze bang zijn voor de bloemen

en bang zijn voor: ik hou van jou

Ja, er moeten mensen zijn

met tranen als zilveren kralen

die stralen in het donker

en de morgen groeten

als het daglicht binnenkomt

op kousenvoeten

Weet je, er moeten mensen zijn, die bellen blazen

en weten van geen tijd die zich kinderlijk verbazen

over iets wat barst van mooïgheid

Ze roepen van de daken dat er liefde is

en wonder als al die anderen schreeuwen:

alles heeft geen zin dan blijven zij roepen:

neen, de wereld gaat niet onder

en zij zien in ieder einde weer een nieuw begin

Zij zijn een beetje clown, eerst het hart

en dan het verstand en ze schrijven met hun paraplu

I love you in het zand omdat ze zo gigantisch

in het leven opgaan

en vallen

en vallen

en vallen

en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen

die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen

ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

de muziek gaat DOOR

de muziek gaat DOOR

en DOOR

( Toon Hermans)

gedicht 3

Begin de dag met een kopje thee,

vooral lekker is earl grey.

Neem dan even de tijd met een lach,

om te denken aan de komende dag.

Adem ontspannen in en uit naar je hart,

dan krijgt de dag een goede start.

Een opgemaakt bed is waar je plezier aan beleeft,

het verwelkomt je weer als de dag is geleefd.

Geef jezelf in de spiegel een dik compliment,

want je doet het goed, en echt, het went!

Bouw rust puntjes in, de hele dag door,

dan hou je die glimlach van oor tot oor.

Vergeet de muziek niet en dans als het kan,

daar krijg je ook heel veel blijdschap van.

Omring jezelf met positiviteit,

geef liefde terug en je krijgt geen spijt.

Wie een lichtje is voor zichzelf zal het goed vergaan,

want alles komt bij onszelf vandaan.

(via de buurtapp)

Gedicht 2

“Bedankt”  (gedicht van Pablo Neruda)

Gelezen in een boek van Cristina Caboni en door de tijd waarin wij nu leven sprak dit mij aan. Ingezonden door Engelien van Ewijk-Laurens

De wereld lijkt dreigend, totdat zacht,

als een veer,

maar duidelijk,

of zoet als suikerblad,

van mond tot mond

het woord “bedankt”

klinkt.

====================================================================

GEDICHT 1:

Elke dag een zegen (Gedicht van Peter Altena)

Hoe gewoon lijkt alles, op aarde soms te gaan

‘s morgensvroeg van bed af, op je benen staan

De vogels horen fluiten, alles doet je goed

de fraaie ochtendzon, wanneer jij d’ ogen opendoet

Alles zo gewoon, daar had jij op gerekend

Is dat zo gewoon, of is jouw beeld vertekend?

 

Zou het werk’lijk waar zijn, voor ieder weggelegd

hoort alles zo te gaan, geen pijnen geen gevecht

‘k Vertel hier onomwonden, het is niet altijd fijn

voor velen is dit leven soms vergeven van de pijn

Dat zij dit niet vertellen, of and’ren daarmee plagen

dat zou u volgens mij, eens aan hen kunnen vragen

 

Hoe zou uw leven gaan wanneer u niet kon lopen

Zo ‘s morgensvroeg niets zien, al zijn uw ogen open

Geen vogels horen fluiten, geen klanken u bereiken

zelf niets kunnen doen, daar krachten u bezwijken

 

Misschien wat vaker inzien, dat u een zegen draagt

wat u doen en laten kunt, en helpen als men vraagt

Het zou zomaar anders zijn, als ’t lot eens kruist uw pad

u achteraf pas inziet, welke rijkdommen u had

===========================================================