Koersballen
In de jaren negentig is door een enthousiast groepje leden van de KBO Ter Aar het koersballen geïntroduceerd in Langeraar.
Het is met name een sport voor 50-plussers en is afgeleid van het Engelse BOWLS maar volgens anderen komt het van het Franse ‘Jeu de Boules”. Koersballen wordt gespeeld op een groene mat van 2 x 8 meter.
Er wordt iedere vrijdagmiddag vanaf 13.30 gespeeld in Partycentrum Parola in Langeraar. Momenteel zijn er ongeveer 20 leden. Ook wordt er regelmatig deelgenomen aan regionale wedstrijden.
Spelregels
De officiële mat bij het koersballen is 2 meter breed en 8 meter lang. Men speelt individueel of als koppel met vier ballen, bruin (in Langeraar gebruiken we geel) of zwart. Loting maakt uit wie begint. Deze speler werpt een wit balletje “het doelballetje” of “de jack” zo ver mogelijk naar het andere einde van de mat. Aan beide mateinden zit een vak van 2 meter bij 40 cm. dat aan de ene kant het “afspeelvak” en aan de andere kant het “dubbelscorevak” wordt genoemd. Komt de “jack” in dit vak dan telt hij voor een punt. De daarin geworpen ballen tellen dan dubbel. De “jack” heeft een diameter van 52,4 mm. De ballen zijn van massief kunststof. Het zwaartepunt ligt iets naast het midden zodat de ballen altijd een kromme koers beschrijven als ze op de juiste manier worden gespeeld.
De speler die met zwart speelt begint met het gooien van het witte balletje (de jack) naar het einde van de mat. Blijft het balletje niet op de mat liggen dan gooit de tegenspeler. Blijft ook dat balletje niet op de mat liggen, dan wordt deze op het lengtestreepje van de witte lijn gelegd. Blijft het balletje op de mat dan wordt deze ter hoogte van de afstand die het heeft afgelegd in het midden gelegd. Daarna kan het spel beginnen.
Degene die de jack in het dubbelscorevak gegooid heeft, of tijdens het spel alsnog doet, krijgt een punt.
Afwisselend wordt gerold met de zwarte en gele bal. De laatste te rollen bal is een gele en heel vaak wisselt de score nog juist met deze laatste bal.
De koersbal die het dichts bij de jack ligt, krijgt een punt. Deze bal wordt dan weggehaald en dan kijk je welke bal nu het dichtst bij de jack ligt. Is deze bal van dezelfde speler, dan krijgt deze er een punt bij. Is de bal van de tegenspeler, dan stopt de puntentelling.
In het kort zijn dit een beetje de spelregels maar de regels leer je het snelst als je het spel ook speelt.